Top! Aparte, vakgerichte doelen, mooi ingedeeld in opgesomde kernpakketten.   Toch veel opgesomde kenniselementen zonder de noodzakelijke relaties en inconsistenties. 

Joepie!  Terug aandacht voor topografie.  We leren leerlingen opnieuw vormen observeren, lijnen of punten op de kaart terugvinden en bieden hen op die manier ankerpunten aan om hun persoonlijke mentale kaart op te bouwen.  Ook oriëntering krijgt hier een duidelijke plaats. 

Hoopvol! Volop aandacht voor de kaart als geografische bron, het vinden van informatie op kaarten en deze te leren interpreteren.  

Knap!  De keuze in geografische thema’s is verdedigbaar: de aarde, natuurlijke en menselijke impact op landschappen, weer en klimaat en tenslotte kosmografie.   

Jammer?  Een groepje geografische indicatoren zien we liever in relatie tot de geografische thema’s.  

Wat we missen?  De integratie van ICT in het pakket – best mogelijk dat dit een apart blokje eindtermen is maar toch…GPS-en GIS-systemen zitten overal.  Deze als vaardigheid leren hanteren is een must, ook voor leerlingen van de basisschool.

 

En toch stellen we prangende vragen! 

  • Aparte doelen formuleren, betekent dit ook lestijd afbakenen in het lespakket?
  • Op welke manier gaan deze doelen aansluiten op deze van het secundair onderwijs?  Dit moet toch een verschuiving in de verwachte competenties en bijhorende leerinhouden met zich meebrengen?  Dit moet toch terug de kans bieden om van minimumdoelen over te stappen op een relevant en actueel pakket krachtige aardrijkskunde in het secundair onderwijs?
  • Wie gaat leraren basisonderwijs ondersteunen in het omgaan met de geografische competenties, in het aanbrengen van de geografische processen?  Decennialang zijn er amper geografisch geschoolde experten in de lerarenopleiding en kregen de competenties en processen veel te weinig ruimte in het curriculum.
Datum start
Datum eind
Afbeelding