Mag ik de vrijheid nemen om te reageren op recente persartikels over: “Vakken verplicht clusteren ondermijnt onderwijskwaliteit”, (cf. VRT-website en De Morgen op 27.08.17).

Dit weekend raasde een orkaan over delen van de USA…

Jammer genoeg veel persoonlijk leed voor de bewoners van de staat Texas. Maar ook een nieuwsitem en hopelijk veel vragen bij televisiekijkend Vlaanderen. Of we dit natuurfenomeen nu via clustering van lesvakken efficiënter en met meer kwaliteit ontrafelen, betwijfel ik als leerkracht en lerarenopleider.

Dit geografische item kan je aanpakken door het stellen van een reeks onderzoekende geografische vragen na het bekijken van kaart- en beeldmateriaal. Enkele voorbeelden. Waarom ontstaan ze enkel in tropische gebieden? Waarom enkel boven wateroppervlakken? Waarom kan men makkelijk hun koers berekenen en bepalen? Waarom halen ze dergelijke hoge windsnelheden? Waarom zijn de socio-economische gevolgen voor de staat Texas enorm? Tot zelfs…op welke manier kan deze ramp de politieke carrière van president Trump beïnvloeden?

Cluster ik als leerkracht? Neen, ik verzamel informatie om een ruimtelijk (=geografisch) probleem op aarde te duiden.

Aardrijkskunde gaat over veel meer dan lokaliseren en oriënteren, het memoriseren van plaatsen. Als competentiegestuurd wetenschapsvak is het gericht op ruimtelijk-relationeel denken en handelen. Anders gezegd: het vak waarin je leerlingen leert na te denken over hoe hun wereld in elkaar zit. Hen aanzet tot het ontrafelen van de eenvoudige en complexe relaties in die wereld en hen leert stil te staan bij onze handelingen en de gevolgen daarvan elders in de wereld. Het vak steunt op een reeks van wetenschappelijke en noodzakelijke onderzoeksmethoden: je kan nu eenmaal niet zonder observatie en analyse, oriëntering en kaartvaardigheid, Geo-IT en zelfs onderzoekend leren.

Clusteren lijkt een mooi idee maar we willen toch stilstaan bij de rol van aardrijkskunde. Het lesvak put veel inhouden uit de natuurwetenschappen maar legt tegelijkertijd ook de broodnodige relaties met de menswetenschappen. Door het vak te clusteren (= samensmelten) met bijvoorbeeld biologie of geschiedenis houdt aardrijkskunde op te bestaan, de synthese tussen samenleving en wetenschap eigen aan geografie verdampt dan.

We deden deze clusteroefening meer dan een decennium terug in het lager onderwijs met een vaak moeilijke spreidstand voor aardrijkskunde tussen natuur en maatschappij in. Aardrijkskundige vaardigheden worden binnen wereldoriëntatie te vaak herleid tot lokalisatie en oriëntering. Dit is een basis, maar niet de essentie van het lesvak!

Met dank aan het vakbondsstandpunt, ‘verplicht clusteren leidt tot daling van de kwaliteit’. Wij behouden als aardrijkskundigen graag onze eigenheid. Ruimte tot samenwerking zien we graag georganiseerd, op dat moment kan je als vakleerkracht in samenwerkingsverbanden met collega’s de geografische ruimte duidelijk en kwalitatief vorm geven.

Met vriendelijke groeten

Rita Heyrman

Voorzitter VLA, Vereniging Leraars Aardrijkskunde

29 augustus 2017.