Elke maand zetten we een Vlaamse leerkracht aardrijkskunde in de kijker. We nemen van hem/haar een interview af aan de hand van onze vragenlijst. Het interview vindt zijn weg naar de VLA-krant en de VLA-website. Deze maand is Marjolein Cox, leerkracht aardrijkskunde aan het Sint-Jozefinstituut in Kontich, aan de beurt.
Je coördinaten? Waar geef je les? Aan welke graad? Hoelang sta je reeds in het onderwijs? Waarom geef je graag les? Waarom is je werkplek zo’n speciale plaats?
Ik ben Marjolein Cox, momenteel wonend te Mortsel in de Zuidrand van Antwerpen. Ik heb het geluk les te mogen geven op een school op amper 6 km van mijn woonplek. Dat is in het Sint-Jozefinstituut in Kontich, een relatief grote school met zo’n 1500 leerlingen waar de drie finaliteiten vertegenwoordigd zijn. Ik geef aardrijkskunde in de derde graad aan de doorstroom (met en zonder wetenschappen) en de dubbele finaliteit. Dit doe ik nu het zesde schooljaar in deze school. Daarnaast ben ik op school ook vakcoördinator aardrijkskunde en maak ik deel uit van het datateam van onze school dat data aanlevert en verwerkt om te gebruiken in de beleidsvoering. Tot slot werk ik ook nog één dag per week als praktijklector in de educatieve master optie aardrijkskunde aan de KU Leuven. De combinatie van al die verschillende taken biedt garantie voor telkens weer boeiende schooljaren! Ik vind de wisselwerking tussen de lerarenopleiding in Leuven enerzijds en de eigen ervaringen in de praktijk anderzijds heel erg verrijkend voor mezelf.
Hoewel beide werkomgevingen, de school en de universiteit, heel erg verschillend zijn, zijn het toch vooral de collega’s op beide plaatsen die het zo’n aangename werkomgevingen maken. Ik vind het erg waardevol om van gedachte te kunnen wisselen over de aanpak van bepaalde thema’s of bepaalde klassen. Het voordeel van zo’n grote school is ook dat we in de derde graad met twee collega’s aardrijkskunde zijn. Daarnaast zijn er ook veel mogelijkheden om extra engagementen op te nemen die een boost kunnen geven. Zo ging ik vorig jaar bijvoorbeeld mee op een uitwisseling met collega’s naar Finland via Erasmusplus en op bouwkamp naar Bulgarije met de leerlingen van het vijfde middelbaar die voor dit vrijwilligerswerk kiezen.
Waarom geef je graag les? Hoe geef jij je lessen? Hoe maak jij gebruik van de didactische principes? Welke werkvormen gebruik jij overwegend? Welke excursies organiseer jij? Heb jij een vaklokaal? Zo ja, hoe heb je dat ingericht?
Ik vind het altijd moeilijk om onder woorden te brengen waarom ik graag lesgeef, maar ik doe hier een poging. Lesgeven geeft me over het algemeen heel veel voldoening. Na een dag lesgeven kan ik moe, maar voldaan de klas uitstappen. Ik word er oprecht gelukkig van als ik merk dat de interesse gewekt is bij de leerlingen, als er een fijne interactie was in de klas of wanneer het gelukt is om die ene moeilijke leerling toch mee te laten nadenken. Daarmee wil ik niet zeggen dat dit in al mijn lessen lukt, maar toch genoeg om er veel voldoening uit te halen. De uren die je echt in de klas staat zijn telkens ook uren waarop ik 100% gefocust ben op lesgeven. Het zijn tijdsblokken die niet verstoord worden door binnenkomende mails of berichten op de smartphone, of door afdwalende gedachten naar wat nog allemaal moet gebeuren. Mijn aandacht is tijdens het lesuur onverdeeld bij mijn leerlingen en de leerstof. Ik vind het een zaligheid om die focus gedurende verschillende lesblokken per dag te hebben.
Ik ervaar leraar zijn ook als een dynamische job met de nodige autonomie en vrijheid. Die dynamiek zit voor mij een stuk in de afwisseling tussen het geven van de lessen zelf en anderzijds het voorbereiden van de les waar ik me extra kan verdiepen in de leerstof of kan blijven zoeken naar manieren om de leerstof beter en helderder aan te brengen. Maar die dynamiek is ook terug te vinden in het publiek waarmee je werkt als leraar.
Tijdens mijn lessen probeer ik zoveel mogelijk te variëren in werkvormen. Dat gebeurt soms aan de hand van groepswerken rond systeemdenken, demonstratieoefeningen rond de seizoenen, een GIS-opdracht, een excursie, een rollenspel, concept cartoons, een schaaloefening, … maar de realiteit is wel dat we bij aardrijkskunde best veel leerstof moeten en willen verwerken in een korte tijd. Dat maakt dat ik nog relatief vaak kies voor een ‘traditionele’ manier van lesgeven, waarbij ik via onderwijsleergesprekken met de leerlingen de leerstof aanbreng en verwacht dat leerlingen zelf nota’s nemen. Tijdens deze lessen besteed ik wel altijd bijzondere aandacht aan een aantal zaken die ik belangrijk vind. Eerst en vooral probeer ik de wijsheid van Einstein te volgen: ‘Everything should be made as simple as possible, but not simpler’. Het doel is dat leerlingen de leerstof begrijpen en om dat te bekomen leg ik de zaken graag zo eenvoudig mogelijk uit, gebruik makend van heel veel voorbeelden (liefst uit hun leefwereld), beelden en figuren, een doordachte structuur waarin de leerstof stap voor stap opgebouwd wordt en waar die structuur ook op bord gevisualiseerd wordt. Ik kan als leraar, ook anno 2023 nog niet zonder mijn bord. Gelukkig is er in onze vaklokalen naast een smartboard nog voldoende gewoon whiteboard ter beschikking.
Wij hebben op school drie vaklokalen aardrijkskunde en dan nog zitten we soms in een ander lokaal omdat meer dan drie klassen tegelijkertijd aardrijkskunde krijgen. De aankleding van de vaklokalen zelf kan nog beter. Zo hangen de wandkaarten achteraan wat niet zo ideaal is, maar de beschikbare ruimte is erg schaars, waardoor er niet veel echt goede opties zijn. Maar, schaarste leidt tot creativiteit, dus we vinden hier nog wel iets op.
Hoe kijk jij als leerkracht naar het vak aardrijkskunde? Welke veranderingen zou jij doorvoeren mocht je vrije keuze hebben en over alle middelen beschikken?
Ik kijk als leraar naar aardrijkskunde als een vak waarin we proberen de wereld van de leerlingen toch wat verder open te trekken, maar bovenal als een vak waarbij we die wereld en wat er op gebeurt willen verklaren. Het is een vak dat een kader schept om de actualiteit beter te begrijpen. Als ik mocht kiezen zou ik de tijd die we ter beschikking hebben veranderen. Het mogen toch gerust twee of drie lesuren per week zijn in alle richtingen wat mij betreft. Dan zou ik de leerlingen ook iets beter kennen. Inhoudelijk zou ik misschien voor een beter evenwicht tussen sociale en fysische onderwerpen gaan in de derde graad. Dat evenwicht vind ik zelf een beetje zoek met de nieuwe minimumdoelen en leerplannen. Je kan als leraar zelf natuurlijk wel het één en ander koppelen, maar toch.
Waarom ben jij lid geworden van de VLA? Hoe ondersteunt de VLA jou als leerkracht aardrijkskunde? Waarop zou VLA nog veel meer moeten inzetten?
Voor zover ik me kan herinneren ben ik al lid sinds dat ik zelf als student de specifieke lerarenopleiding gevolgd heb in 2012. Lid zijn van een vereniging die je beroep als leraar aardrijkskunde vertegenwoordigt is een absolute must. Er zijn veel collega’s van andere vakken die soms jaloers zijn als ze horen hoe actief de vereniging van ons vak is met het jaarlijkse congres, de regionale werkgroepen, de jaarlijkse excursie, het jaarboek enz. Het biedt een kans om structureel te blijven nascholen en extra kennis op te doen over relevante thema’s, maar ook om informeel materiaal of gedachten uit te wisselen met collega’s aardrijkskunde uit andere scholen die vaak tegen dezelfde zaken aanlopen.
Bepaalt het lesvak je vakantiebestemming? Welke vakantieplaats zou je aanraden aan collega’s en waarom? Wat wil je nog kwijt aan je vakcollega’s in Vlaanderen?
Onze reisbestemming wordt meestal niet gekozen omwille van de aardrijkskunde, maar op bijna alle plekjes zijn er aardrijkskundig interessante fenomenen te bewonderen. Daar horen natuurlijk de nodige foto’s bij om achteraf in de lessen te kunnen gebruiken, dus helemaal loslaten tijdens de vakantie doe ik niet en zou ik ook niet willen. Het zijn telkens unieke kansen om zelf dingen bij te leren en de schoonheid van de natuur te ervaren. Deze zomer bezochten we o.a. het Geopark Baskenland in Spanje, op aanraden van collega Arjan Goemans en ik kan het bij deze aan iedereen aanraden als je in de buurt bent.
Ik wens alle collega’s een heel fijn schooljaar toe waarin iedereen de nodige vrijheid mag ervaren om met veel passie les te geven!