Elke maand zetten we een Vlaamse leerkracht aardrijkskunde in de kijker. We nemen van hem/haar een interview af aan de hand van onze vragenlijst.  Het interview vindt zijn weg naar de VLA-krant en de VLA-website.

In deze editie is Annelies Beel aan het woord, leerkracht aardrijkskunde in het Prizma-college te Izegem.

Waar geef je les?  Aan welke graad?  Hoelang sta je reeds in het onderwijs? Waarom geef je graag les? 

10 jaar geleden maakte ik de overstap naar het onderwijs. Ik begon na mijn studies fysische geografie en milieucoördinator in Leuven bij het studiebureau Antea Group in de afdeling ‘Water’. Ik heb daar 6 jaar enorm graag gewerkt en heel veel geleerd maar ik miste interactie met mensen en de woon-werk afstand werd te groot. Ik werkte onder andere in het Waterbouwkundig Laboratorium in Borgerhout en voor afdeling Maritieme Toegang in Antwerpen (Kallo) en vanuit West-Vlaanderen was dat toch pittig.

Ik zag een vacature voor een leraar aardrijkskunde en begon te lezen in Zenit 5&6. Ik vond dit (opnieuw) zo interessant dat ik niet lang heb getwijfeld en de sprong heb gewaagd. In een studiebureau ben je altijd bezig met heel specifieke materie. Ik vind het wel leuk om bezig te zijn met het grotere geheel. Zo hoop ik leerlingen te inspireren en hun blik op de wereld te verruimen.

Na heel wat interims kwam ik terecht in het (Prizma Campus) College in Izegem. Een school waar ik mij onmiddellijk welkom en gewaardeerd voelde. Ondertussen is daar mijn zevende schooljaar ingegaan.

Het fijne aan lesgeven is ook dat de tijd voorbijvliegt. Voor je het weet is het 16u. Dat was toch anders toen ik voor het studiebureau werkte.

 

Hoe geef jij je lessen? Hoe maak jij gebruik van de didactische principes? Welke werkvormen gebruik jij overwegend? Welke excursies organiseer jij? Heb jij een vaklokaal? Zo ja, hoe heb je dat ingericht?

Mijn slides zijn mijn leidraad en bestaan voornamelijk uit beeldmateriaal. Ik begin graag met beelden uit de actualiteit. Soms geef ik eerst de theorie en soms begin ik met een onderzoeksvraag en geef ik nadien de theorie. Afwisseling vind ik heel belangrijk. De voorbereiding van de excursie is bv. volledig zelfstandig aan de hand van verschillende websites (er bestaat zoveel goed kaartmateriaal!).

Op excursie ga ik naar de Vlaamse Ardennen (Hekkebrugstraat en Muziekbos). Naar het Muziekbos ging ik ook op excursie toen ikzelf in het zesde middelbaar zat en dit was me altijd bijgebleven. De Hekkebrugstraat leerde ik tijdens mijn verdere studies kennen door Jean Poesen.

De laptop heeft veel meer mogelijk gemaakt, vind ik. Ik maak daar veel gebruik van o.a. via bookwidgets. Hiermee kan je goede vragen stellen met afbeeldingen (goed leesbaar, leerlingen kunnen het uitvergroten, in kleur), linken naar websites (de vele dataviewers) enz .

Mijn leerlingen krijgen wel nog altijd een papieren cursus. Ze noteren er regelmatig schema’s, tekeningen en maken oefeningen allerhande.

De cursus maken (en up to date houden)  is veel werk maar ik vind het toch belangrijk dat leerlingen een cursustekst hebben die ze kunnen bewerken om te studeren. 

Het vaklokaal vind ik ook heel belangrijk. Visualisatie doet zoveel. De muren zijn bekleed met panelen die magnetisch zijn. Als je iets met woorden uitlegt en kan verwijzen naar posters, kaarten, geologische tijdschaal… naast wat je projecteert, is dat volgens mij een grote meerwaarde.

Mijn voorgangster, Vera Van den Abeele ben ik ook enorm dankbaar, o.a. voor de mooie kast met gesteenten die ze achterliet. Ik gebruik dat vaak en leerlingen komen vaak vragen wat ze zien.

 

Hoe kijk jij als leerkracht naar het vak aardrijkskunde? Welke veranderingen zou jij doorvoeren mocht je vrije keuze hebben en over alle middelen beschikken? 

Ik ben tevreden in mijn school dat de drie graaduren aardrijkskunde voor de wetenschappen in de derde graad behouden zijn gebleven (en de twee in de niet-wetenschappen).

Ik pleit wel voor de integratie van aardrijkskunde in projectmatig werk. Zo geef ik sinds dit jaar het vak ‘aanvullende wetenschappen’ in duobaan met de leerkracht fysica (elk een deel van het jaar). Dat staat in blokken van 2 uur en dat is ideaal. Daar heb je de tijd en de flexibiliteit om te geven wat je wil en nuttig vindt.

Ander voorbeeld is het vrijwilligerswerk in Taroudant, Marokko waar een geografische insteek evident is.

 

Waarom ben jij lid geworden van de VLA? Hoe ondersteunt de VLA jou als leerkracht aardrijkskunde?  Waarop zou VLA nog veel meer moeten inzetten?

VLA organiseert interessante bijscholingen. Dat volg ik steeds op. Ik sta alleen als aardrijkskundeleerkracht in de derde graad in het College. Via VLA kom ik in contact met collega’s en interessante inhouden.

Tip: indien de bijscholingen tijdens de week zouden zijn en niet ’s avonds of in het weekend, zou ik vaker overwegen deel te nemen. Bepaalde leerstof kunnen mijn leerlingen gerust zelf verwerken via een opdracht. Het is dan echt niet erg dat ik er eens niet ben. Het komt de kwaliteit van andere lessen ten goede.

 

Bepaalt het lesvak je vakantiebestemming? Welke vakantieplaats zou je aanraden aan collega’s en waarom?

Wat wil je nog kwijt aan je vakcollega’s in Vlaanderen?

Momenteel heb ik jonge kinderen dus de vakantiebestemming is op kindermaat. Ik hou in elk geval van de bergen en Oostenrijk is ideaal voor jonge bergbeklimmertjes.

Alle reizen die de pracht van de natuur tonen, spreken me aan. Ik hou het (voorlopig) binnen Europa. Er is nog zoveel moois te zien.

 

Beste vakcollega’s,

 

Laat zien dat jullie graag lesgeven (en zeg af en toe dat het een mooie job is, kwestie van de toekomst te verzekeren 😊).

Gebruik veel beeldmateriaal, mooie landschappen….

Ga in gesprek met leerlingen en blijf geduld hebben bij het uitleggen.

Blijf ijveren voor voldoende uren, een vaklokaal met kaarten, gesteenten….

Geef een volwaardige (1 dag) aardrijkskunde-excursie en zet de leerlingen zelf aan het werk.