Midden augustus publiceerden twee Vlaamse kwaliteitskranten gelijktijdig een artikel dat de visie op kaarten van de organisaties Africa No Filter en Speak Up Africa overneemt. Volgens dit discours zou de klassieke wereldkaart een “misleidende blik” geven, “ideologisch geïnspireerd” zijn en zelfs deel uitmaken van een “desinformatiecampagne”. De Afrikaanse Unie pleit intussen voor een kaart die de werkelijke grootte van Afrika correcter weergeeft.
Dit vraagt echter om wat cartografische duiding – en een rechtzetting die Mercator uit dit verdomhoekje haalt.

De wereldbol plat weergeven? Onmogelijk zonder vervorming. Denk maar eens aan een voetbal die je probeert plat te duwen – dat gaat nooit zonder scheuren en plooien.
Wil je de aarde écht correct voorstellen, dan is enkel de globe een juiste weergave. Maar handig is die niet.

Hoe vertaal je dan de bolvormige aarde naar die bonte waaier aan wereldkaarten – en bestaat er eigenlijk wel één ‘enige, echte, juiste’ kaart?

Helaas, één of dé juiste kaart bestaat niet. Bij de weergave van een bol op een plat vlak zijn er altijd vervormingen. Grosso modo komt het tekenen van een kaart neer op een keuze maken tussen deze eigenschappen: de weergave van de juiste hoeken en vormen (conforme en hoekgetrouwe kaart) of de juiste oppervlakten (equivalente of oppervlaktegetrouwe kaart). Beide eigenschappen kunnen helaas niet met elkaar verzoend worden op dezelfde kaart. En juiste afstanden kunnen steeds maar in één richting correct getekend worden. Een zgn. “afstandsgetrouwe kaart” bestaat dus ook niet, ze is steeds enkel afstandsgetrouw langs ofwel de meridiaan ofwel langs de parallel. 

 

Het kaartbeeld hangt sterk af van de keuzes die de cartograaf maakt: welke eigenschappen zijn het belangrijkst voor het doel van de kaart? Toen Mercator in 1569 zijn beroemde projectie ontwierp, koos hij bewust voor een kaart met juiste hoeken. Dat paste perfect bij het doel: ad usum navigantium, of vrij vertaald “voor gebruik door zeelieden”. Wie van A naar B wilde varen, hoefde enkel een rechte lijn tussen beide punten te trekken en de hoek met het noorden te meten. Wie die koers aanhield, kwam gegarandeerd op de juiste bestemming — al was dat niet langs de kortste route. 

De stelling dat deze hoekgetrouwe kaart het resultaat zou zijn van een eurocentrische visie of een keuze voor het dominante Europa, houdt wetenschappelijk gezien geen steek. De keuze van Mercator was functioneel en ingegeven door het doel van de kaart: navigatie.

 

Een ander belangrijk aspect van wereldkaarten is het gebied dat men centraal op de kaart plaatst. Vaak zijn dat Europa en Afrika, omdat de knip in de uitgestrekte Stille Oceaan wordt gelegd en zo de continenten niet worden doorgesneden. 

Wie Afrika “op ware grootte” wil tonen, kiest dus voor een oppervlaktegetrouwe projectie. Maar dat gaat onvermijdelijk ten koste van andere eigenschappen: hoeken, vormen en afstanden kloppen dan niet. De in de krant aangehaalde Equal Earth-projectie, een variant op de bekende Robinsonprojectie, is zo’n oppervlaktegetrouwe kaart. Maar nieuw is dit allerminst – er bestaan al talloze wereldkaarten die dezelfde keuze maken. 

Op al deze details en verschillen ingaan zal ons te ver leiden. Maar het is duidelijk dat men didactisch best kiest voor een wereldkaart die het beeld van de continenten op de globe het beste benadert.

Al in de jaren ’80 veroverde een controversiële wereldkaart de wereld, de zgn. Peters-kaart: ook een oppervlaktegetrouwe kaart, maar met erge vervormingen in de tropen (dit werd veroorzaakt door het projectievlak, een cilinder, deels in de globe te leggen). Ook toen werd deze kaart als een zgn. “rechtvaardige” wereldkaart naar voor geschoven door organisaties die een rechtvaardiger wereldorde voorstonden. 

Als ideologie de plaats gaat innemen van wetenschap begeven we ons op een gevaarlijk pad! Ideologisch is het logo van de Verenigde Naties dan weer wel te verdedigen: men koos voor een azimutale projectie (een vlak rakend aan de globe), met de noordpool centraal en de nulmeridiaan en datumlijn als belangrijke referentielijnen maar een logo is niet echt een bruikbaar kaartbeeld. 

In de aardrijkskundelessen staan we al wat stappen verder. In geen enkel schoolhandboek of atlas wordt de Mercatorkaart nog gebruikt om wereldkaarten weer te geven. De Robinsonkaart (of een gelijkaardige wereldkaart) is al lang de gangbare standaard geworden, en die gelijkt erg veel op de kaart die door de Afrikaanse Unie nu naar voor wordt geschoven.

Waarom hebben de journalisten de VLA-Vereniging Leraars Aardrijkskunde niet gecontacteerd of een schoolatlas opengeslagen?  We nodigen hen alvast uit op het VLA-congres ‘Overal kaarten’, op zaterdag 27 september in Sint-Niklaas, campus Odisee – vlakbij het Mercatormuseum.

Chris Van Broeck, voormalig lerarenopleider

Rita Heyrman, voorzitter VLA

Datum start
Datum eind
Afbeelding